1. Van plan naar richting en ruimte
In plaats van één keer per jaar een communicatieplan te maken, werk je met een richtinggevend kompas (of koers) en regelmatige bijsturing. Wij gebruiken graag het strategischcommunicatieframe van Betteke van Ruler. Hier kun je de linkerkant zien als richtinggevend. De rechterkant gaat over de realisatie.
Een voorbeeld uit de praktijk
Bij een gemeentelijke organisatie werd het oorspronkelijke communicatieplan rond de energietransitie losgelaten toen bleek dat bewoners vooral behoefte hadden aan dialoog. In plaats van een campagne met folders, werd gekozen voor buurtgesprekken en een reizende infokar gedurende een bepaalde periode. De richting bleef gelijk (bewustwording en betrokkenheid vergroten), maar de vorm veranderde dynamisch op basis van wat bewoners teruggaven. De richting bleef onveranderd. In de realisatie werd al doende ontdekt naar wat verbindend werkt en effect heeft.
2. Van enkel input ophalen naar meebewegen met betekenis
Je haalt niet enkel input op aan het begin van je project of opdracht, maar je blijft steeds met de voor jouw belangrijke doelgroepen in dialoog. Wat leeft er? Waar schuurt het?
Een voorbeeld uit de praktijk
In een zorgorganisatie merkte de communicatieafdeling dat medewerkers nauwelijks reageerden op berichten op het sociaal intranet. Door regelmatig langs te gaan op afdelingen en informele gesprekken te voeren, kwamen ze erachter dat medewerkers behoefte hadden aan herkenning van hun eigen verhalen en minder aan het ‘harde’ nieuws van de organisatie. Het format werd omgegooid: minder top-down updates, meer korte verhalen ‘vanuit de werkvloer’. Betrokkenheid en herkenning namen zichtbaar toe.
3. Van evalueren op resultaat naar evalueren op impact
Als communicatieprofessionals vinden we het lastig om onze output te meten. Wat we vaak in de praktijk zien is dat we gaan meten op data en cijfers. Terwijl het eigenlijke doel van de communicatie ligt in de impact die je maakt met je middelen. We moeten dus niet alleen meten in cijfers, maar kijken naar wat in beweging komt.
Een voorbeeld uit de praktijk
Na een interne campagne over ‘psychologische veiligheid’ keek de afdeling Communicatie niet alleen naar hoeveel medewerkers de toolkit hadden gedownload, maar deed ze onderzoek naar de gesprekken die ontstonden in teams. Teamleiders gaven aan dat spanningen sneller bespreekbaar werden. Vanuit hier werd gekeken wat er op dat moment nodig was. Dus niet het afvinken van iets, maar het in beweging zetten van.
4. Faciliteren in plaats van zenden
Als communicatieprofessional zien we onszelf nog vaak in de traditionele rol van zender: het bepalen van je boodschap, de doelgroep en het meest geschikte middel. Maar je bent veel meer dan dat: je bent facilitator van een ontwikkelproces. Je bent dus vanaf de start betrokken, weet wat er speelt en weet wat er nodig is op verschillende momenten/fases in het traject/programma. Soms ben je nog steeds de maker en de zender, maar steeds vaker zien we dat communicatie degene is die de dialoog faciliteert en de verbinding legt.
Een voorbeeld uit de praktijk
Tijdens een fusietraject tussen twee onderwijsinstellingen zette de communicatieadviseur geen standaardnieuwsbrief in, maar organiseerde maandelijks open koffiegesprekken met de directie, waarin medewerkers rechtstreeks vragen konden stellen. Niet alles was al bekend, maar de ruimte om samen te praten gaf vertrouwen. Communicatie werd zo geen zender van procescommunicatie en de organisatieboodschap, maar facilitator van verbinding.
Wendbare communicatie vraagt om dynamiek, reflectie en lef. Het betekent dat je aanwezig bent, luistert, en steeds opnieuw afstemt op wat er leeft.
Herken je dit in jouw werkpraktijk? We horen graag jouw voorbeelden.
0 reacties